Archief van
Categorie: Lezerservaringen

Elke maand presenteren we een nieuwe lezerservaring over een boek uit onze mooie bibliotheek. Een boek dat indruk heeft gemaakt, een boek dat een emotie losmaakt. Of gewoon om lekker bij weg te dromen.

Vindt u het leuk om een leeservaring van een boek uit onze bibliotheek met ons te delen,

Stuur uw voorstel in naar info@damesleesmuseum.nl

Lezerservaring

Lezerservaring

Margaret Craven, “I Heard the Owl Call My Name

Uit de Oude Boekerij: C 06703


Lezerservaring geschreven door Annelies Quarles van Ufford-de Roock

Margaret Craven ‘’I Heard The Owl Call My Name’’ (Canada 1967; US 1973)


‘’Door Lezen Wijder Horizont’’ voert ons naar een locatie ver weg hier vandaan, namelijk de Pacific NW kust van British Columbia in Canada, een absolute wildernis van water en woud – vol geluiden, geuren en grijsgroene kleuren – waar een klein Indianen dorp is gevestigd. Alleen bereikbaar per boot en met aan het roer iemand die de stromingen met kennis, precisie en geduld bevaart.
Dit boek is een persoonlijke favoriet die ik heel vaak herlees, voor inspiratie en comfort. Het simpele en meeslepende verhaal werd pas na de publicatie in de US beroemd; op dat moment woonde ik daar in het noordwesten.
Het vertelt over een jonge geestelijke uit Vancouver, BC die uitgezonden wordt naar het afgelegen dorp Kingcome. Hij weet niet dat hij ongeneeslijk ziek is; de diagnose is alleen bij de bisschop bekend. Naast de Indianen cultuur en tradities heeft het Christelijk geloof al zijn intrede gedaan en wordt de wekelijkse dienst gehouden in het vervallen kerkgebouwtje en in verder afgelegen nederzettingen.
Beschreven wordt de inburgering, het leerproces en de loutering, ‘’watching & learning’’. Acceptatie aan beide kanten met milde humor. De houding van de ‘’white man’’ in dit boek is er één van kalm begrip en geduld om de inheemse dorpelingen voor zich te winnen teneinde deel uit te gaan maken van hun dagelijks bestaan. Samen bouwen zij een solide, nieuw kerkje. Kinderen worden naar school gestuurd, de blanke wereld in, hoewel er ook een dorpsschooltje is. Keren zij terug? Is het dorp gedoemd leeg te lopen? Hoe houdt de jonge pastor zich staande?
De betekenis van de titel is terug te vinden in de inheemse overlevering: hoor je de uil jouw naam roepen, dan is dat het teken dat jouw dood niet lang op zich zal laten wachten.

We have always lived in the castle (1962)

We have always lived in the castle (1962)

Lezerservaring door: Madelief Hóhe

‘We have always lived in the castle’ (C5181) door Shirley Jackson.

De raadselachtige en poëtische titel greep me in de boekhandel en het boek was nog mooier dan gehoopt. Het lijkt allemaal zo vrolijk en gezellig, twee zussen die met hun oom in een groot familiehuis wonen net buiten het dorp in de mooie natuur. Heerlijk eten in een gezellige keuken vol prachtig porselein, een moestuin vol kruiden en een eigenwijze poes voorhanden. Maar tussen neus en lippen wordt verhaald over de plotselinge dood van vijf familieleden, gestorven door een dodelijke dosis arsenicum ‘in de suikerpot’. Het verhaal begint vanuit het perspectief van de jongste zus, Mary Blackwood, liefdevol ‘Merricat’ genoemd. Je volgt haar gedachten en al snel voel je dat er dingen grondig mis zijn in de idyllische setting waarin zij leven. Die worden echter zo nonchalant verteld, alsof ze doodnormaal zijn, dat je steeds denkt: ‘hè?! Lees ik dit goed?!’ Dit maakt het boek buitengewoon grappig maar ook (vond ik) enorm verrijkend, want wat is tenslotte ‘normaal’ of ‘gewoon’. De sfeer van het hele verhaal is absurdistisch en surrealistisch, spannend maar ook spookachtig en buitengewoon duister.

Ik kende de Amerikaanse schrijfster Shirley Jackson (1916-1965) voordien niet, maar zij bleek in haar tijd een zeer bekend schrijfster die geprezen werd om haar korte verhalen en romans met occulte en horrorachtige elementen. Een van haar bekendste romans is The Haunting of Hill House (1959), destijds verfilmd. Daarnaast schreef zij een paar bundels met korte verhalen over haar chaotische gezinsleven. Jackson was getrouwd met schrijver en criticus Stanley Edgar Hyman en ze hadden samen vier kinderen en diverse poezen. Het stel woonde in een huis dat uitpuilde van de boeken: “Our house,” schreef Jackson, “is old, noisy, and full. When we moved into it we had two children and about five thousand books; I expect that when we finally overflow and move out again we will have perhaps twenty children and easily half a million books.” De bundels dragen de fantastische titels: Life Among the Savages en Raising Demons. Die heb ik vervolgens ook maar besteld en met groot plezier gelezen. Deze verhalen lijken op de columns van de Nederlandse Sylvia Witteman, die zij jaren later dan Jackson schreef. Het leuke is dat deze vertellingen van Jackson ook zo veel prijs geven over het gezinsleven in Amerika van de jaren ’50, als zijn haar surroundings wel heerlijk bohémien vergeleken bij het doorsnee American dream gezinsleven van destijds.

De laatste tijd wordt het werk van Jackson herontdekt en zijn een paar van haar romans bewerkt tot films op Netflix, terwijl in 2020 een film over haar verscheen: Shirley. Ik las We have always lived in the castle voordat dit alles uitkwam, maar ben nu uiteraard reuze nieuwsgierig naar deze films.

Het geheim van de Gucci koffer’

Het geheim van de Gucci koffer’

Lezerservaring door: Mireille de Jonge

‘Het geheim van de Gucci koffer’ (A13133) door Pauline Terreehorst.

Ik heb dit boek eind vorig jaar (2020) gelezen. Het is fijn geschreven en het verhaal heeft mij geraakt.
Een boek voor (deze) herfstige dagen, want ook de herfst symboliseert loslaten en ruimte maken voor iets nieuws.
Het is mede daarom dat ik het boek graag nu onder de aandacht breng.

Sla dit boek open en laat je meevoeren achter het voile van de geschiedenis. Opgeduikeld uit een vintage Gucci koffer. Volg de ragfijn gesponnen draden … Zij ontsluiten een verdwenen wereld; die van de Midden-Europese adel in het Oostenrijk van vóór de Tweede Wereldoorlog.

Aan het begin van vorige eeuw heeft de adel, mede door politieke ontwikkelingen, het zwaar en probeert er alles aan te doen om te overleven. Als ‘een hele maatschappij een nog onbekende vorm moet krijgen, dan is het goed om de eigen omgeving eerst op orde te brengen.’ Zo werd getracht.

Op sommige punten toont het verhaal een onmiskenbare gelijkenis met onze tijd.

Aan het begin van de eenentwintigste eeuw is er een andere elite die het zwaar heeft; de politiek-bestuurlijke. Zal zij worden opgevolgd? Door wie of wat dan? Of anders vorm krijgen? We weten het ook nog niet. En tóch, of dus …
Het is de maalstroom van de geschiedenis die opstandig maakt en tóch onafwendbaar lijkt!

An Odyssey: A Father, a Son and an Epic.

An Odyssey: A Father, a Son and an Epic.

Lezerservaring door: Alice van Breen

An Odyssey: A Father, a Son and an Epic (C12156) geschreven door Daniel Mendelsohn

Het afgelopen jaar heb ik, net als vele anderen, mijn handen stuk gewassen en me suf gelezen.
Van die vele boeken is er één mij erg bijgebleven en dat is het volgende boek:

Zoals de titel belooft, gaat het boek over de Odyssee van Homerus. De verteller is een docent Oude Talen aan een College aan de oostkust van de Verenigde Staten. Hij geeft een workshop voor zijn studenten over de Odyssee van Homerus.

Het begint een uiteenzetting van de opzet van Homerus. In tegenstelling tot wat je verwacht, een reisverhaal of een avonturenroman, behandelt de verteller de Odyssee als een verhaal over de vader-zoon relatie tussen Odysseus en zijn zoon Telemachus, maar ook over de relatie met zijn vader Laërtes.

De 80-jarige vader van de verteller, een voormalig wiskundeprofessor, vraagt aan zijn zoon of hij de workshops mag bijwonen, want hij is best wel geïnteresseerd in de klassieke talen; immers, hij heeft lang geleden op high school een cursus over Ovidius gevolgd.
De verteller is ietwat verbaasd want zijn vader deed altijd een beetje denigrerend over de keus van zijn zoon om Oude Talen te gaan studeren. Maar als de studenten geen bezwaar hebben vindt hij het goed als zijn vader de workshop bijwoont; echter met de strenge voorwaarde dat hij in een hoekje zit en zijn mond houdt.

Pa kan natuurlijk zijn mond niet houden en heeft overal een mening over. De studenten vinden het prachtig en worden geboeid door deze oudere man met zijn afwijkende meningen.
Het gevolg is dat de zoon met andere ogen naar zijn vader gaat kijken en herijkt hij de herinneringen van zijn jeugd, zodat de relatie met zijn vader zich gaandeweg verdiept.
Het hoogte punt is een cruise in de Middellandse Zee met als thema de reis van Odysseus. Een prachtige scene is wanneer de vader de zoon over zijn diepgewortelde claustrofobie helpt bij een tocht naar de grot van Calypso.

Een bijzonder boek over een vader-zoon relatie, waarbij de tocht van Odysseus heel knap dient als leidraad. Het thema van het boek is, evenals de Odyssee, de verschillende relaties binnen een familie, want ook de moederrol komt aan bod. De relatie met de vader-figuur is geweldig neergezet: ieder lezer herkent er wel iets in van zijn/haar relatie tot de eigen vader. Het meest kenmerkende detail is dat de zoon zeer verbaasd is als tijdens de cruise een medepassagier hem vertelt wat een charmante man zijn vader is, zodat hij ineens zijn vader ziet zoals anderen hem zien. Zoals Odysseus zijn thuis weer hervindt, zo hervindt de verteller zijn vader en daarmee zijn familie.

Les années (De Jaren)

Les années (De Jaren)

Lezerservaring door: Juke Willink

Les années (De Jaren – B5251) geschreven door Annie Ernaux, uitgegeven door Gallimard

Niet een heel gemakkelijk te lezen boek. Ik vond het frustrerend van slechts enkele van vele genoemde films en Franse celebreties gehoord te hebben. Daar heb ik me bewust over heen gezet. Ik raakte al snel geboeid door Ernaux’ beeldende en boeiende beschrijving van “onze” geschiedenis. De politieke geschiedenis van De Gaulle tot Sarkozy kon ik me herinneren. Ernaux observeert en documenteert met één hoofdpersoon = de tijd.  Zij brengt chronologisch ordening aan in de verzamelde herinneringen, gebeurtenissen en nieuwsfeiten.

Hieronder vat ik deze geschiedenis samen aan de hand van een aantal mij aansprekende voorbeelden die Ernaux beeldend memoreert uit het leven tussen 1945 – 2006.

Wat is er intussen veel gebeurd!

Ernaux, geboren in 1940, groeit op het Normandische platteland in een arbeidersmilieu van waaruit  haar ouders zich opwerken tot kleine middenstand (café annex winkel van sinkel). Ernaux mag, anders dan in dit milieu toen gewoon was, doorleren, studeert en verdient haar brood als docent middelbare school, kortom ontgroeit haar vroegere milieu met “mensen zoals wij” en klimt hogerop op de maatschappelijke ladder.

Ernaux probeert in haar boek de wereld om haar heen tussen 1945 en 2006 te begrijpen door naar zichzelf te kijken en zich zelf te begrijpen door naar de wereld te kijken. Het gaat haar om de kloof tussen heden ↔verleden (= de tijd), en evenzeer ook de kloof tussen (vrijgevochten) individu (= klein) ↔ gemeenschap(= groot).

“De jaren” is zo een mengvorm van autobiografie, sociologie en geschiedenis, licht afstandelijk, observerend geschreven in een neutrale objectieve vorm zonder gebruik van het persoonlijk voornaamwoord “ik”. Met een beschrijving van foto’s komt de verteller even in beeld, haar gezin met de beschrijving van de herhaalde jaarlijkse familielunch.

Ernaux wil aan de hand daarvan het collectieve geheugen terugvinden in haar eigen herinneringen, haar eigen ervaring maken tot iets wat meer algemeen geldt. Het verhaal danst van het grote (Algerijnse oorlog, bomaanslagen in Parijs, stromend water boven de gootsteen) naar het kleine (yogurt met een smaakje, hoelahoep), van het algemene (Franse politiek) naar wat meer privé (abortus, echtscheiding).

Van een tijd kort na WO II van schaarste, van hunkeren naar verbetering en verhalen over de oorlog naar gaandeweg proeven aan welvaart, al was die ook toen niet evenredig verdeeld, met de bic-balpen, de fiets.

Opeens was er de consumptiemaatschappij, zonder nog verhalen over vroeger, meer over het nu = de solex, soep uit een pakje, mayo uit de tube, van metalen keukengerei naar plastic, elektrische huishoudelijke apparatuur, reclame op Radio Luxemburg.

Van De Gaulle (1959 -1969 “Je vous ai compris”) naar hoe van zelfsprekend vooruitgang werd met de auto,  formica tafels, antibiotica, voortgezet onderwijs, TV, LP, atoomenergie.

Van supermarkt met winkelmandje, naar hypermaché met winkelkar met een overvloed aan spullen, kopen op krediet, luxaflex, gerookte zalm met avocado, op zoek naar een beter leven. Maar ook gebrek aan ideeën, sleetsheid van geloofsovertuigingen.

Hoe seks alom tegenwoordig was, maar met angst voor zwangerschap en maatschappelijk met achterdocht bezien tot 1968: een nieuwe kans, vrije liefde, De schaamte voorbij!, de “pil”, beha-loos, recht op abortus. De Beatles met de zin om gelukkig te zijn, zelfverwezen-lijking,  de bevrijding om “ik” te zeggen. Alles wat voordien verboden, zondig was geweest, verdiende nu aanbeveling.

De consumptiemaatschappij van de zeventiger jaren = de idealen van mei ’68 werden omgezet in recht op spullen, zoals “ons” Tomado rekje en entertainment.

Met moeders die werk en moederschap combineren en proberen vrouwelijk en modieus te blijven, maar ook de economische crises.

Met in de tachtiger jaren allochtonen en migranten, banlieu jongeren, gesluierde vrouwen versus de mode van strak gelijnd en minirok, toename van de individuele vrijheid en plezier , zoektocht naar identiteit, onveranderlijke jeugdigheid, het recht op gezondheid.

Kinderen (vooral jongens) rekten hun jeugd door -verzorgd- thuis te blijven wonen. En de moeders hadden het gevoel door hen te verzorgen nog steeds in dezelfde tijd te leven.

Eigen scheiding = materiële onthechting met vrijheid als leidraad.

Van Giscard (rechts liberalisme)  naar Mitterand (links 1981 – 1995) en Le Pen.

De jaren negentig  waar nationale cohesie moest worden beschermd, met nieuwe begrippen als competitie, flexibiliteit, beursindexen, met arbeidsmigranten die zullen blijven. Met angst voor Aids. Iedereen in jeans. Sociale onrust, opgepookt door de media. De fax, het antwoordapparaat.

Met  jongerentaal en verbale lenigheid, gespreksonderwerpen als de PC, Mac, geheugen en programma’s, met distantie van de wereld en zonder terugblik op vroeger.

Met woorden als respect (= eis dat anderen zijn ego erkennen), angst voor onbestemd gevaar (tuig uit de banlieu, gekleurde terrorist).

Het nieuwe millennium: “vóór ons was er niets” = waar blijft de tijd?: geen geheugen meer voor het verleden, dus geen verhalen meer van vroeger. Met de mobiele telefoon, internet,  de barcode, freelance werk, bijstand.

Na 11/9 2001 angst voor terrorisme/ onveiligheid → oorlog tegen El Caida.

Overdaad aan koopwaar: flatscreen, dvd, Ipod.  Klonen, het Engels, websites.

2006: een laatste foto van Ernaux’ “knokkige” handen, met borstkanker achter de rug en de huiskat ingeslapen: “naarmate de tijd vóór haar objectief afneemt, breidt die zich verder terug naar achteren uit”.

Mooi gezegd, geldt dat ook voor ons??

 

 

 

In Europa, Reizen door de twintigste eeuw

In Europa, Reizen door de twintigste eeuw

 

In Europa, Reizen door de twintigste eeuw (11320) door Geert Mak, uitgegeven door Atlas Contact

Geert Mak reisde in 1999 een jaar lang door heel Europa om de 20e eeuw te herbeleven en te kijken hoe Europa er aan toe was op het moment dat het de 21e eeuw zou binnenstappen.

Hij praat met mensen die getuigen waren van historische gebeurtenissen in de vorige eeuw of daarover uit betrouwbare bron gehoord hebben. Ook ontmoet hij mensen die hem vertellen hoe zij Europa op dat moment in 1999 ervaren.

Zijn reisverslag vult hij aan met passages van schrijvers die over die gebeurtenis, plaats of tijd al iets interessants verteld hebben. De literatuurlijst in het boek geeft je genoeg keus om nog meer over de geschiedenis van Europa te lezen.

Mak laat zien hoeveel er is gebeurd in Europa in de 20e eeuw, maar ook hoeveel er is gedaan door Europa om te komen tot het continent dat we nu zijn. Al lezende ga je telkens meer beseffen hoe ongelofelijk gevarieerd Europa is en hoe verschillende gebeurtenissen met elkaar samenhangen en elkaar beinvloeden.

Hij geeft de lezer daarmee niet alleen een geografisch, historisch en politiek perspectief, maar schetst ook een Europees verband. Mak is een groot verteller en weet op meesterlijke wijze een kleine anekdote te vertalen naar een groter historisch Europees verband. Door zijn verteltrant en de verbanden die hij legt, krijg je als lezer een veel bredere blik op de ontwikkeling van Europa.

Het boek blijft je boeien en verveelt niet. Je kan het meerdere malen stukje bij beetje lezen, en zelfs meenemen op vakantie in Europa als een historische reisgids. Een boek om wat vaker te herlezen. En aansluitend het vervolg hierop, ‘Grote verwachtingen, in Europa 1999-2019’.

Metropol

Metropol

Lezerservaring door: Monique Baardman

Metropol (D3025) geschreven door Eugen Ruge, uitgegeven door Rowohlt Verlag

De grootmoeder van Eugen Ruge, Charlotte, heeft haar leven lang met geen woord gerept over de periode die zij eind jaren ‘30 in Moskou doorbracht, een tijd waarin zij en haar man ternauwernood ontkwamen aan de Stalinistische zuiveringen. Slechts drie keer in zijn leven heeft kleinzoon Eugen een subtiele aanwijzing gekregen over haar verleden, maar hij kon die verborgen boodschappen en onverwacht opdoemende emoties nooit duiden.

Na de val van het IJzeren Gordijn werd het archiefmateriaal van de Sovjet-Unie stukje bij beetje toegankelijk, waardoor de kleinzoon inzage kon krijgen in het geheime dossier van zijn oma. 

Wat hij daar vond verbijsterde hem.

Als Duitse communisten waren Charlotte en haar tweede man in 1933 het Naziregime ontvlucht, om in de Sovjet-Unie te gaan werken voor de geheime dienst van de Communistische Internationale. Ze werkten daar samen met talrijke enthousiaste communisten uit de hele wereld, met het ideaal van de wereldrevolutie voortdurend voor ogen.

Maar dan, in augustus 1936, beginnen de Moskouse Processen, waarbij Stalin enkele tegenstanders ter dood laat veroordelen. Deze overduidelijk georkestreerde showprocessen waren bedoeld om het grote publiek ideologisch te hersenspoelen en tevens om een alibi te hebben om grote aantallen (vermeende) partij-ontrouwen te liquideren. De Moskouse Processen vormden het startschot van de Grote Zuivering, de periode van staatsterreur die uiteindelijk naar schatting 700.000 mensen het leven heeft gekost.

In deze roman, die gebaseerd is op waargebeurde feiten, neemt Eugen Ruge de lezer mee in de gedachtenwereld van zijn grootmoeder Charlotte, van de overtuigde communiste Hilde Tal (de ex-vrouw van zijn stiefgrootvader) en van de militaire opperrechter Wassili Wassiljewitsch Ulrich, die in de periode 1936-1938 meer dan 31.000 doodvonnissen zou ondertekenen.

Het verhaal speelt zich grotendeels af in en rond hotel Metropol, het nog altijd bestaande luxehotel in het centrum van Moskou, waar Charlotte en haar man in 1936 geïnterneerd werden. Enkele jaren daarvoor hebben zij namelijk aan een kennis een grammofoon en enkele platen verkocht. Deze man bleek toevallig één van de ter dood veroordeelden van het eerste Moskouse Proces, en vanwege het toevallige contact met de veroordeelde staan beide echtgenoten nu onder verdenking van staatsvijandigheid. Zij worden gesommeerd hun vakantie op de Krim af te breken en worden vervolgens voor onbepaalde tijd geïnterneerd in hotel Metropol (waar overigens ook leden van het partijkader verblijven, zoals de rechter Ulrich). 

In de maanden die zij in het hotel doorbrengen, zien ze vele vrienden, collega’s en kennissen daar opduiken, maar ze durven geen contact met hen te zoeken. Omgekeerd zoeken deze vrienden en bekenden ook geen toenadering tot hen. Iedereen kan een volksvijand zijn, en wanneer je je met zo iemand associeert kan dat over en weer fatale gevolgen hebben.

In de nacht horen Charlotte en haar man vaak voetstappen, deuren gaan open en dicht, maar als er dan de volgende ochtend plekken in de ontbijtzaal onbezet blijven is het zaak om geen vragen te stellen of om zelfs maar openlijk naar de lege stoelen te staren. De veiligste manier om met de verdwijningen om te gaan is om simpelweg de partijleugens te geloven, namelijk dat je vrienden of kennissen inderdaad volksvijanden en verraders bleken te zijn, en dus terecht vervolgd en gestraft zijn.

De partij kan zich immers niet vergissen, en Stalin al helemáál niet….

Maar in de loop van hun lange interneringstijd gaat het wringen bij Charlotte en haar man. Ja, wellicht dat ze zich bij deze of gene lelijk hebben vergist in hun karakter of in hun trouw aan het communistische ideaal. Dat is niet ondenkbaar. Maar het aantal mensen in hun eigen kring dat plotsklaps als verraders en ‘volksvijanden’ wordt gearresteerd, loopt schrikbarend op. Ze beginnen te twijfelen: ze konden toch niet zó weinig mensenkennis bezitten dat ze 80 à 90% van hun contacten totaal verkeerd hadden ingeschat?

En zelf zijn ze bovendien ook nog eens van mening dat zij onschuldig zijn, terwijl ze tegelijkertijd elk moment kunnen worden gearresteerd, dus stél nou eens dat hun kameraden in dezelfde situatie zitten als zijzelf? Dan betekent dat dat ze hun vrienden onterecht hebben verdacht, zoals die vrienden hen op hun beurt ongetwijfeld ook onterecht verdenken…

Voor Eugen Ruge was deze roman een experiment om zich te kunnen verplaatsen in zijn grootmoeder, om haar als het ware te herscheppen door van haar een romanfiguur te maken wier gedachten hij kon lezen. De waargebeurde feiten vormen het raamwerk van het boek, maar het gaat de kleinzoon hier vooral om wat zijn oma destijds gedacht en gevoeld zou kunnen hebben.

Beschreven wordt de innerlijke strijd van Charlotte, waarbij haar individuele onderscheidingsvermogen lijnrecht tegenover de leugens van het collectief, de Stalinistische partij, komt te staan.

Het gevolg van Charlottes innerlijke tweespalt, haar opkomende twijfels aan de partij en aan de communistische heilstaat, moesten (uit puur lijfsbehoud!) voor iedereen verborgen blijven, niet in de laatste plaats voor haarzelf… 

Eugen Ruge heeft met deze roman een verbijsterend en fascinerend boek geschreven over leugens en waarheid.

 

Wij zijn licht

Wij zijn licht

Lezerservaring door: Anja de Vries

Wij zijn licht (A13048)  geschreven door Gerda Blees, uit gegeven door podium uitgeverij

Nog niet eerder had ik van deze schrijfster gehoord, maar de titel van dit boek sprak me aan. De aanleiding tot het schrijven: een stukje in de krant over het overlijden van een vrouw in een spirituele woongroep in Utrecht. De auteur vertelde dat het bij haar bleef haken en dat ze daarom dit boek schreef: hoe het misschien zo heeft kunnen komen. Na het lezen was ik totaal verkocht. Wát een geweldig, origineel en indringend boek is dit!

Het gaat over de woongroep Klank en Liefde, die uit een kleine groep mensen bestond. Maar op het moment dat het boek begint, is er een groepslid overleden. Van zwakte door niet te eten. Want ze wilden er leven van het licht. Maar hoe doe je dat? Niet eten bijvoorbeeld. Tot de dood er op volgt. De dood van Elisabeth. Je kunt zeggen, dat zij de hoogste plek bereikt is: Ze is van licht. Maar de achterblijvers blijven vragen: als je niet ingrijpt, is dat dan moord? Of nalatigheid? Of zou ingrijpen een teken van ongeloof zijn?

Blees legt niet uit, maar elk hoofdstuk heeft een ander perspectief, oftewel een andere verteller, die het verhaal vanuit zijn of haar perspectief vertelt. Het verrassende is, dat de vertellers mensen, dingen en begrippen kunnen zijn. Elk van de 25 hoofdstukken begint met “Wij zijn”: Wij zijn de nacht, wij zijn de plaats delict, het dagelijks brood, de feiten, de buren, het verhaal.

Bij ‘ Wij zijn de nacht’ staat:

Als nacht van de wereld zijn wij niet snel van ons stuk gebracht, maar opvallend vinden we het wel, dat mensen in een land als dit vrijwillig honger lijden, met het voedsel letterlijk binnen handbereik.

Het is prachtig om te lezen hoe de verschillende “Wij zijn”-s de lezer een compleet beeld geven van de gebeurtenissen, de achtergronden, maar de vragen blijven door je hoofd zweven:

Wat vind ik? Kan het een ander aangerekend worden als een volwassene besluit te stoppen met eten? Is er dan sprake van nalatigheid? Waar eindigt individuele verantwoordelijkheid en gaat die over in gemeenschappelijke zorgplicht?

Dus, als je het boek uit hebt, ben je nog niet uitgedacht. En zelfs als je het een jaar geleden al gelezen hebt, zoals ik, ook dan komen er steeds weer nieuwe gedachten op. Ook omdat de zaak Ruinerwold aantoont, dat dit alles niet heel ver van ons bed is.

Gerda Blees en dit boek werden genomineerd voor de Libris Literatuurprijs in dit jaar. Helaas heeft ze de prijs niet gewonnen, maar onbekend is ze zeker niet meer.

#aanrader zeggen we dan op FB!

The Salt Path

The Salt Path

Lezerservaring door Christine d’Arnaud Gerkens – Borgman
The Salt Path (C11968) geschreven door Raynor Winn in 2019  uitgegeven Penquin books Ltd (UK)
Wat doe je als je in één week te horen krijgt dat je én je boerderij, waar je lange tijd woonde en waar je kinderen zijn opgegroeid, kwijt raakt én dat je man een zeldzame ongeneeslijke hersenziekte heeft.
Raynor en Moth, beiden 50 ers, overkomt dit en ze besluiten 600 km te gaan lopen langs de kusten van Noord Devon, Cornwall via Lands’ End en Zuid Devon naar Poole in Dorset.
De wereld om hen heen is ingestort, maar ze hopen dat deze wandelroute hen een doel geeft en er een oplossing ontstaat naar een bepaalde toekomst.
Het wordt een tocht van ups en vele downs, maar ondanks alles zorgen het wildkamperen, de natuur rondom en hun droge engelse humor ervoor dat ze hun situatie leren te accepteren.
Ondanks het soms beestachtige weer, gebrek aan geld en voedsel zet het echtpaar door en voelt Moth zich beter nadat hij stopt met zijn medicijnen en plaatst hij de artsen voor een raadsel.
De lezer krijgt veel ontzag voor dit liefdevolle en toegewijde echtpaar.
Een echt gebeurd en ontroerend verhaal over verlies, hoop en vooral doorzettingsvermogen.
Herkunft

Herkunft

Lezerservaring door Agnes de Greef

Herkunft (C03033) geschreven door Sasa Staniçis in 2019, uitgever Luchterhand

De schrijver , nu een succesvolle Duitstalige auteur, moest in 1992, toen 14 jaar oud,  met zijn Bosnische moeder vluchten uit Visegrad. Het lukte om in Duitsland, in Heidelberg blijven omdat familie, die daar woonde garant wilde staan. 

In de tijd daarvoor merkte hij dat er in Joegoslavië iets veranderde, dat godsdienst en afkomst opeens bepaalde of je erbij hoort of niet en zo niet, dan werd je het leven onmogelijk gemaakt. In het boek verzet hij zich tegen deze ontwikkeling. Hij vraagt zich af wat echt bij hem hoort, van de spullen die hij als jongen van 14 jaar meenam naar Duitsland, tot verhalen over zijn grootmoeder en andere familie, vriendschap, taal en poëzie.

Het verhaal boeit vanaf de eerste bladzijde. Het gaat over de familie die in Visegrad en in een dorpje in de bergen achterblijft, over het leven in Heidelberg, waar zijn moeder, die Marxistische politicoloog is wordt uitgebuit, net als zijn vader, die zich kapot werkt. Maar waar hij de kans krijgt om te studeren en om nieuwe vrienden te maken. Als hij zijn oma bezoekt blijkt het land dat hij ontvlucht is niet meer te bestaan, er is verval en de daders van 1992 lopen nog vrij rond. Zijn moeder blijft waakzaam en angstig als ze daar terug komt. Bij de familie in het bergdorp, waar hij met oma op bezoek gaat, blijven alleen een paar oude mensen over,  daar hoort hij verhalen over het leven daar en over de magie en de poëzie die daarbij hoort. In het laatste hoofdstuk geeft hij  ook de lezer alternatieven over hoe het verhaal zou kunnen eindigen.

Zo geeft hij zijn eigen invulling aan het begrip afkomst.Â