De Klop op de deur

De Klop op de deur

 

Ina Boudier-Bakker, De klop op de deur. Amsterdamsche familieroman. Amsterdam 1930 (1015 pp.) 

In december 2019 was ik op een congres over Rembrandtprenten in Göttingen (BRD) en tot mijn verbazing refereerde een van de Duitse sprekers in zijn lezing aan Ina Boudier-Bakkers De klop op de deur en noemde dit ‘de Duitse Buddenbrooks’ (Thomas Mann 1901). Aangezien Buddenbrooks een van mijn favoriete boeken is en ik De klop op de deur als jong meisje gelezen had, was dit aanleiding genoeg het boek te herlezen (Damesleesmsueum cat.nr. A02854). 

De klop op de deur is de geschiedenis van de Amsterdamse koopmansfamilie Craets, de hoofdpersoon de chirurgijnsdochter Annètje Goldeweijn. Het boek volgt haar tijd van leven, van ongeveer 1860 tot haar overlijden in 1930. Hoewel de familie Craets vermogend is en zich een huis op de Herengracht kan veroorloven, komen in het boek personen van alle rangen, standen en gezindten voor. Hun levens worden beschreven tegen de achtergrond van de actuele gebeurtenissen. Zo komen de opkomst van het socialisme, de arbeidersbeweging, de strijd voor het Algemeen – en Vrouwenkiesrecht, het Palingoproer, de inhuldiging van koningin Wilhelmina, de Eerste Wereldoorlog en nog veel meer aan de orde. Tegelijkertijd wordt het leven in Amsterdam van die dagen beschreven: een van de personen is lid van het Leesmuseum voor Vrouwen, een ander werkt voor Arbeid Adelt en het Concertgebouw wordt regelmatig bezocht. Een overeenkomst met Buddenbrooks is, behalve dat het boek een familieroman is, dat deze geschiedenis ook een neergaande lijn laat zien. Geen der (klein)kinderen is zo succesvol, rechtschapen, vermogend als de (groot)ouders Craets. De titel refereert overigens aan de tijd, die regelmatig op de deur klopt om veranderingen binnen te laten. 

Ina Boudier-Bakker (Amsterdam 1975-Utrecht 1966) was in haar tijd een populaire en productieve schrijfster. Het Damesleesmuseum bezit maar liefst 38 titels van haar. Andere bekende titels van haar zijn o.m. Armoede (1909) en Het Spiegeltje (1917). Hoewel Ina Boudier-Bakker in haar tijd zeer geliefd was bij het grote publiek, zetten de critici haar werken weg als ‘damesromans’ of ‘huiskamerrealisme’, een genre dat door vrouwelijke schrijfsters werd beoefend. Menno ter Braak behoorde tot haar felste critici en noemde haar ‘de koningin van de Nederlandse damesroman’. 

Dit oordeel is nu, in een tijd dat er geen onderscheid in waardering meer wordt gemaakt tussen het werk van mannelijke en vrouwelijke auteurs, aan herziening toe. Het werk van Ina Boudier-Bakker overstijgt het niveau van de hedendaagse ‘chicklit’ en moet mijns inziens opgewaarderd worden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *