Statuten

Statuten

Statuten Vereniging Het Damesleesmuseum

Artikel 1: Naam en Zetel

  1. De vereniging draagt de naam Het Damesleesmuseunm
  2. De vereniging is gevestigd in de gemeente ’s Gravenhage
  3. De vereniging is opgericht op een mei achttienhonderd vierennegentig

Artikel 2: Doel

  1. De vereniging heeft als doel: het hebben en onderhouden van een bibliotheek teneinde voor haar leden door middel van uitlening de mogelijkheid te scheppen tot het lezen van boeken en tijdschriften in en buiten haar lokalen, en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
  2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door;
  3. In het stand houden van de bibliotheek;
  4. Leestafels in de lokalen, waarin de vereniging is gevestigd, te voorzien van nieuwe werken
  5. Het uitlenen van boeken en tijdschriften

Artikel 3: Lidmaatschap

  1. Lid van de vereniging kunnen zijn natuurlijke personen die het doel en de statuten van de vereniging onderschrijven. Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overgang vatbaar.
  2. Leden zijn zij die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten. Bij niet-toelating door het bestuur bestaan geen beroepsmogelijkheid bij de algemene ledenvergadering.
  3. De algemene vergadering kan een lid, op grond van zijn bijzondere verdiensten voor de vereniging, tot erelid benoemen.
  4. De secretaris van het bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Als een lid heeft ingestemd met oproeping tot een algemene ledenvergadering door middel van communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.
  5. Een lid kan door het bestuur voor een periode van ten hoogste drie (3) maanden worden geschorst als een lid in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende deze periode van schorsing kan het lid zijn lidmaatschapsrechten niet uitoefenen. Zijn lidmaatschapsverplichtingen blijven bestaan.
  6. Binnen een maand nadat het lid van het besluit tot schorsing in kennis is gesteld kan dat lid tegen dat besluit in hoger beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangt van het beroepsschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst.

Artikel 4: Einde lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap eindigt door:
  2. Het overlijden van het lid:
  3. Opzegging van het lid;
  4. Opzegging door de vereniging
  5. Ontzegging
  6. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan alleen plaatsvinden tegen het einde van een boekjaar, op voorwaarde dat dit schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste een maand gebeurt. Opzegging kan met onmiddellijke ingang als redelijkerwijs van het niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De contributie voor het lopende jaar blijft het lid verschuldigd. Te late opzegging heeft tot gevolgd dat het lidmaatschap – met inbegrip van de daaraan verbonden verplichtingen – pas eindigt aan het eind van het volgend boekjaar, tenzij het bestuur op grond van bijzondere omstandigheden anders besluit. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem bekend is geworden of is medegedeeld; het besluit is dan niet op hem van toepassing. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing is medegedeeld. In dat geval blijft hij de oorspronkelijk voor dat jaar vastgestelde contributie verschuldigd.
  7. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging vindt plaats door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, vermelding van de reden(en)van opzegging.

Opzegging is mogelijk:

  • Als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor lidmaatschap; of
  • Als een lid – ondanks schriftelijke aanmaning- zijn verplichtingen ten opzichte van de vereniging niet nakomt; of
  • Wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
  • Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld.
  • De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.  
  1. Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van de ontzetting. Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld.
  2. Binnen een maand nadat het lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat lid tegen dat besluit in beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangt van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid waarvan het lidmaatschap is opgezegd, geschorst.
  3. Aan de eis van schriftelijkheid van een opzegging of een bericht van ontzetting uitsluitend elektronisch is gecommuniceerd.

Artikel 5: Donateurs

  1. Donateurs zijn zij, die door het bestuur als zodanig zijn toegelaten. Donateurs zijn gebonden aan de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging. Zij hebben alleen toegang tot de algemene vergadering als die vergadering dat besluit. Zij hebben daar geen stemrecht.
  2. De in deze statuten voor leden getroffen regelingen over toelating en opzegging met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op donateurs.
  3. De algemene vergadering stelt het minimumbedrag vast dat, hetzij per boekjaar, het zij eenmalig, door een donateur aan de vereniging is verschuldigd. Daarbij kunnen de donateurs verplicht worden een opdracht tot automatische betaling van de periodieke bijdrage te verstrekken.
  4. De secretaris houdt een register bij waarin de namen en adressen van de donateurs zijn vermeld.

Artikel 6: Contributie van de leden

  1. De leden betalen een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering. Daarbij kunnen de leden verplicht worden een opdracht tot automatische betaling van de periodieke bijdrage te verstrekken.
  2. Het bestuur is bevoegd om, wegens bijzondere omstandigheden, een lid geheel of gedeeltelijke ontheffing te verlenen van het betalen van contributie in enig jaar.
  3. De algemene vergadering kan besluiten dat de jaarlijkse contributie in gedeelten kan worden betaald en kan daaraan voorwaarden verbinden.

Artikel 7: Bestuur: Samenstelling en benoeming

  1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste vijf natuurlijk personen. De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast. Het bestuur heeft een voorzitter, secretaris en penningmeester. Het bestuur voorziet zelf in de verdeling van de functies, tenzij de algemene vergadering zich het recht voorbehoudt de voorzitter te benoemen. Voor ieder van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die bij ontstentenis of belet de functie vervult van degenen voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig als mogelijk in de vacatures kan voorzien.
  2. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden. Deze benoeming vindt plaats bij besluit genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
  3. De benoeming van de bestuursleden vindt plaats uit een voordracht. Het bestuur is bevoegd een voordracht op te maken. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld.
  4. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar. Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar. Degene die niet onmiddellijk herbenoembaar is, kan pas na het verstrijken van een periode van vier (4) jaar na de afloop van zijn benoemingsperiode weer tot bestuurder worden benoemd.
  5. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

Artikel 8: Bestuur; einde functie, schorsing

  1. Het bestuurslidmaatschap eindigt;
  • Door aftreden van een bestuurslid
  • Door verloop van de termijn waarvoor het bestuurslid is benoemd
  • Door overlijden van een bestuurslid
  • Door ondercuratelestelling van een bestuurslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;
  • Wanneer het bestuurslid niet langer lid is van de vereniging
  • Als de bestuurder niet meer voldoet aan de vereisten als opgenomen in artikel 8 lid 2 om als bestuurder te kunnen worden benoemd;
  • Door ontslag van het bestuurslid op grond van een besluit van de algemene vergadering
  • Wanneer het bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surseance van betaling verkrijgt; een en ander met inachtneming van het hierna bepaalde.

Artikel 9: Bestuur; bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming

  1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
  2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur vindt schriftelijk plaats met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangsttijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda)

De bestuurder die voor dit doel een adres aan de vereniging bekend heeft gemaakt, kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen door en langs elektronische weg aan dat adres gezonden en leesbaar en reproduceerbaar bericht.

  1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degenen die de vergadering bijeenroept.
  2. Als wordt gehandeld in strijd met een van de bepalingen van de twee vorige leden kan het bestuur toch rechtsgeldige besluiten nemen, als alle bestuurders in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
  3. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich in de vergadering te laten vertegenwoordigen. Een elektronische vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht. Een bestuurder kan alleen en medebestuurder in de vergadering vertegenwoordigen.
  4. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder een stem. Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 10: Bestuur; leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering

  1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. De voorzitter van de vergadering bepaald de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden
  3. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige verlangt . Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming
  4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. De notulen worden nadat zij zijn vastgesteld door de voorzitter en de notulist van de vergadering ondertekend.
  5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in en vergadering besluiten nemen als alle bestuurders zich schriftelijk voor het voorstel hebben verklaard. Onder een schriftelijke verklaring wordt ook begrepen en langs elektronische weg gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft gemaakt.

 

Artikel 11: Bestuur; taken en bevoegdheden

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Iedere bestuurder is tegenover de vereniging verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze en administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat ten alle tijden de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend. Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaar te bewaren.
  2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van een overeenkomst tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. Het bestuur is bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen.

Artikel 12: Vertegenwoordiging

  1. Tot vertegenwoordiging van de vereniging zijn bevoegd;
  • Het gehele bestuur samen;
  • Twee gezamenlijke handelende bestuurders, van wie ten mntste een moet zijn de voorzitter, de secretaris of de penningmeester.
  • Een individuele bestuurder kan de vereniging niet vertegenwoordigen
  1. De in het vorig lid van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de vereniging bestaat ook als tussen de vereniging en een of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat.
  2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen
  3. In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heft met een of meer bestuurders kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen om de vereniging te vertegenwoordigen.

 

Artikel 13: Verslaggeving en verantwoording

  1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar
  2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, verlenging van deze termijn door de algemene vergadering uitgezonderd, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders
  3. Het bestuur legt de jaarstukken tergoedkeuring voor aan de algemene vergadering. Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1: Burgerlijk Wetboek overlegd, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de algemene vergadering te benoemen controlecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid van de controlecommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie. Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste taakvervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige. De commissie brengt van haar onderzoekverslag uit aan de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken. Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al off niet goedkeuring van de jaarstukken. Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door hem daarmee afgelegde rekening en verantwoording.

 

Artikel 14: De algemene vergadering: bevoegdheid en jaarvergadering

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
  3. Het verslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar
  4. Het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen boekjaar
  5. Het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur
  6. De benoeming van de leden van de controlecommissie voor het nieuwe boekjaar
  7. De benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan; en
  8. Voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering
  9. Uiterlijk een maand voor het verstrijken van het boekjaar, legt het bestuur de begroting voor het komende boekjaar ter inzage van de leden

 

Artikel 15:  De algemene vergadering: oproeping

  1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur. Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken en algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft laten uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen. Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek bedoeld in de vorige alinea wordt ook voldaan als het verzoek elektronisch is vastgelegd.
  2. De oproeping tot de algemene vergadering vindt plaats door middel van;

Een publicatie in het verenigingsorgaan of;

Een schriftelijk bericht aan de adressen van de leden volgens het ledenregister

De bijeenroeping kan, als een lid hiermee instemt, ook plaatsvinden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt.

  1. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
  2. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.

Artikel 16: De algemene vergadering: toegang en stemrecht

  1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle niet-geschorste leden van het bestuur en van de vereniging. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot ( een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden en leden van wie het lidmaatschap is opgezegd of die uit het lidmaatschap zijn ontzet, hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep tegen schorsing, opzegging of ontzetting aan de orde is.
  2. Ieder gewoon lid en ieder erelid heeft een stem
  3. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven namens hem te stemmen

Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en voor de stemming aan het bestuur worden overlegd.

Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan als de volmacht elektronisch is vastgelegd

Artikel 17:  De algemene vergadering: besluitvorming

  1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, wordt een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal. 
  2. Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven quorum
  3. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over het verslag van een stemming beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaats vond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  4. Als bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid wordt verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
  5. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet over de verkiezing van personen gaat, is het voorstel verworpen
  6. Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden voor de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen. Schriftelijke stemming vindt plaats bij ongetekende, gesloten stembriefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt. Een stemgerechtigd lid kan zijn stemrecht niet door middel van een elektronisch communicatiemiddel uitoefenen.
  7. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering, als dit met voorkennis van het bestuur is genomen.
  8. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen – mits met algemene stemmen – geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproeping niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.

Artikel 18: De algemene vergadering: leiding en notulen

  1. Een algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging. Ontbreekt de voorzitter, dan wijst het bestuur een ander bestuurslid aan als voorzitter van de vergadering. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding
  2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gehouden, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.

Artikel 19: Statutenwijziging

  1. De statuten van de vereniging kunnen. Worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering. Wanneer aan de algemene ledenvergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld
  2. Degenen die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen. Dit afschrift moet ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
  3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
  4. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen. Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moet worden neergelegd bij het handelsregister.

Artikel 20: Fusie splitsing omzetting

  1. Op een besluit van de algemene vergadering tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de algemene vergadering tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.

Artikel 21: Ontbinding

  1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding. Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld
  • De algemene vergadering stelt bij zijn besluit tot ontbinding de bestemming vast van een eventueel batig saldo. Deze bestemming moet zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met het doel van de vereniging. Het batig saldo wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een gelijksoortige doelstelling
  • Als de vereniging op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het handelsregister
  • De boeken en stukken van de ontbonden vereniging blijven gedurende zeven jaar nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister
  1. De vereniging wordt bovendien ontbonden door;
  • Insolventie nadat de vereniging in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
  • Een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen

Artikel 22: Vereffening

  1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de vereniging, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen
  2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de vereniging zich in liquidatie. De vereniging blijft na haar ontbinding voortbestaan als en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht. In de stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moet in liquidatie aan de naam van de vereniging worden toegevoegd.
  3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de vereniging. Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij het ontbreken daarvan, door de vereffenaar (s) De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereniging houdt bij vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het handelsregister

Artikel 23: Reglementen

  1. De algemene vergadering kan een of meer reglementen vaststellen
  2. Een reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de contributie, werkzaamheden van het bestuur, de werkgroepen of commissies, de vergaderingen. Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.

Slot

Juli 2019